Jazzhistoricus Michiel de Ruyter noemde hem in 1956 ‘de man die naar mijn gevoel het meest voor de moderne jazz in ons land gedaan heeft’. Rob Pronk behoorde ’tot de – laten we eerlijk zijn – weinige top-trompettisten in ons land en is bovendien naar mijn persoonlijke smaak onze belangrijkste componist-arrangeur’. Het Rob Pronk Sextet, dat in juni van dat jaar in de Amsterdamse jazzclub Sheherazade was begonnen, vormde op dat moment ‘het enige lichtpunt’ in de Nederlandse jazz, aldus De Ruyter.

Dat fameuze Rob Pronk Sextet, met onder anderen de dan nog maar 18-jarige tenorist Ruud Brink, pianist Rob Madna en bassist Dick van der Capellen, heeft nooit platen gemaakt, maar het Nederlands Jazz Archief heeft opnamen ontdekt waarop dat viertal, de kern van de groep, in volle glorie te horen is. Ze worden aangevuld door een keur van Nederlandse topmusici: de trompettisten Ack en Jerry van Rooyen, de saxofonisten Herman Schoonderwalt, Harry Verbeke en Toon van Vliet, bassist Ruud Jacobs en drummer Cees See.

Deze drie sessies uit 1957, die nooit eerder op de plaat zijn uitgebracht, vullen de nieuwe NJA-cd Rob Pronk: The Bebop Years. Het Rob Pronk Sextet ontbrak, enigszins onverklaarbaar, op de albums Jazz Behind The Dikes en Jazz From Holland uit 1955-’56. Die omissie wordt nu meer dan goed gemaakt.

Naast de drie unieke studiosessies biedt het album zes boeiende bonus tracks. In augustus 1953 was Rob Pronk de pianist op vier plaatkanten die in Stockholm werden opgenomen door grootheden uit de toenmalige Stan Kenton-band, zoals tenorist Zoot Sims en trombonist Frank Rosolino. Die stukken worden hier heruitgebracht.

De laatste twee tracks op de cd zijn afkomstig van glasplaten uit 1950 die het NJA uit eigen collectie heeft opgediept: het trio van pianist Rob Pronk met in één stuk zang door zijn zuster Babes Pronk.