• Maak Kennis
    met het Nederlands Jazz Archief en ontvang vrijblijvend het gratis kennismakingspakket.
  • Word Vriend
    van het Nederlands Jazz Archief en lees 4 keer per jaar Jazzbulletin.
  • Doneer
    en ondersteun onze activiteiten om de jazzgeschiedenis levend te houden.

Gepubliceerd op 27 juni 2023 door jan brouwer

Categorieen: Collectie Media

Vandaag (27 juni 2023) trekt een stoet van liefhebbers, musici, organisatoren en podiumdirecteuren uit de jazz- en wereldmuziek naar het Tweede Kamergebouw in Den Haag om daar een petitie in boekvorm aan te bieden. Een protest voor meer jazz op de Nederlandse radio en televisie.

Het Nederlands Jazz Archief bladerde door de archieven en kwam erachter dat het ontbreken van structurele aandacht voor de jazz en wereldmuziek niet iets is van de laatste jaren, net zo min als verzet daartegen.

Componist-rietblazer Theo Loevendie schreef bijna zestig jaar geleden, op 18 december 1963 in het Algemeen Handelsblad: De meeste jazzclubs verdwijnen enkele maanden na hun oprichting; de concurrentie door grammofoonplaten met Amerikaanse jazz is groot, maar de belangrijkste factor is wel, dat het aantal mensen dat met deze fascinerende en volkomen eigentijdse muziek affiniteit vertoont, zo intens klein is. Dit aantal zou veel groter kunnen zijn; de omroepverenigingen hebben hier een taak, maar als men weet dat 1,23 pct — waarvan de helft door de VARA — van de totale uitzendtijd voor jazz bestemd is, blijkt wel, dat zij die taak niet vervullen.
Als er dan met veel moeite een vaste radio jazz-rubriek is opgezet, zijn die bij de meeste omroepverenigingen, op een enkele uitzondering na, dermate ondeskundig en onbenullig gecommentarieerd, dat eerder van een anti-propaganda gesproken moet worden. Zolang er op hoger niveau — radio en T.V. — niet meer wordt gedaan om naar jazz te leren luisteren, zullen de jazz-clubs tegen de bierkaai vechten. Laten we hopen, dat zij die strijd niet zullen verliezen, want dan is het met de jazz in Nederland gedaan.

Het blad JazzPress berichtte in november 1975 naar aanleiding van de start van Hilversum 4 (tegenwoordig NPO Klassiek genoemd): Volgens de voorlopige berichten willen de omroepen de jazzmuziek slechts mondjesmaat op 4 laten horen. De NOS schijnt de jazz zelfs helemaal van 4 te willen weglaten. In combinatie met het bericht dat NOS-JAZZ als zaterdagmiddagprogramma van de radio dreigt te verdwijnen wordt de omroeppolicy qua behandeling van de jazzmuziek een onverteerbare zaak. De Stichting Nederland Muziek heeft bij de voorbesprekingen over de inhoud van deze 4e kulturele-muziek zender duidelijk gesteld, dat ALLE betere muziek, inklusief jazz en geïmproviseerde muziek, op Hilversum 4 gebracht moeten worden. Objektief gezien behoort de jazz door zijn veelzijdigheid (van blues tot swing, van bop tot avant-garde, van big band dansmuziek tot concertzaal – luister muziek) op alle zenders thuis, dus zeer zeker ook op 4!
De BIM (vakbond voor improviserende musici) vergadert eind november om zoals bestuurslid Misha Mengelberg zegt: ”een einde te maken aan dit al jarenlang durende geharrewar met jazzmuziek bij de radio en tv”. Mengelberg beschrijft de huidige situatie als “tamelijk bedroevend”.

de Volkskrant berichtte op 16 maart 1982 onder de kop We want more: Twee VVD-Kamerleden willen meer jazz horen op de radio. Keja en Hermans hebben schriftelijke vragen gesteld aan minister Van der Louw (CRM). Hij moet voor meer jazz zorgen. Ze hebben nog niet zo goed begrepen dat de minister zich niet bemoeit met de grammofoonplaatjes die in Hilversum worden gedraaid. Ook aan een verzoek om te ijveren voor meer jodelzang en meer lange gesprekken met Kamerleden op de radio kan een minister niet voldoen. Daarvoor moeten ook Kamerleden gewoon bij de omroep zijn. Ze zouden bijvoorbeeld de AVRO kunnen vragen of Pim Jacobs weer eens wat meer piano mag spelen.

We hopen dat het signaal van vandaag effect heeft. Het Nederlands Jazz Archief draagt elk positief initiatief met jazzmuziek een warm hart toe en we stellen uiteraard ook in de toekomst onze collectie beschikbaar om initiatieven een goede basis of historische context te kunnen geven. Uiteraard blijven wij de ontwikkelingen volgen en archiveren in de hoop dat we over dertig jaar kunnen terugkijken op een geslaagde actie.